Esther

Mark

Voor welke opdracht staat de GGD op dat moment?


Mark: De GGD zorgt allereerst voor monitoring in de regio: we brengen de verspreiding van het virus in West-Brabant in beeld. Ook geven we uitvoering aan het landelijke beleid: we zorgen voor de beschikbaarheid van bron- en contactonderzoeken (BCO), coronatesten en later ook voor vaccinaties. Het aanbod moet aansluiten bij de vraag van deze onvoorspelbare pandemie. 


Esther: Dat laatste blijkt in de praktijk regelmatig een uitdaging. De coronagolven zijn soms zo groot dat ik, als ik dat vooraf had geweten, nooit had geloofd dat deze opdracht zou slagen. Ik ben oprecht trots op wat we met zijn allen voor elkaar hebben gekregen. 


Mark: Eens! Er heerst onder alle medewerkers een gevoel van samenhorigheid en iedereen zet letterlijk de schouders eronder.

 

 

Wat betekende de pandemie medisch inhoudelijk
voor de GGD en voor de regio West-Brabant?

 

Esther: We kregen te maken met zware medische casuïstiek. Er lagen in de begintijd mensen in kritieke toestand op de IC en mensen gingen dood. De medewerkers van BCO voerden zware gesprekken met de naasten van deze patiënten. En het ging 24/7 door. Ook buiten werktijd en in de weekenden kwamen er veel inhoudelijke vragen op ons af. We hebben laten zien dat de GGD Nederland door een grote en complexe pandemie kan loodsen. Met borging van kwaliteit!


Mark: Inderdaad, dat is mooi. Toch blijft een scherpe blik noodzakelijk, want lang niet alles wat de coronapandemie ons leerde, is op landelijk niveau in praktijk gebracht. Op het gebied van medische preventie is nog genoeg werk aan de winkel!

 

 

Welke uitdaging(en) zagen jullie op de GGD afkomen? 


Esther: Er kwam in Brabant nogal wat op ons af! Ik herinner me het moment nog goed dat ik, met enige voorkennis, thuis op de bank wachtte tot oud-coronaminister Bruno Bruins de eerste Nederlandse besmetting live op tv bekend maakte. De eerste besmetting in Loon op Zand maakte absoluut indruk.


Mark: Ik had er een slapeloze nacht van. Na de bekendmaking op donderdagavond kwamen de GGD’en Hart voor Brabant en West-Brabant en de veiligheidsregio Midden- en West-Brabant meteen bij elkaar voor crisisoverleg.


Esther: Op zaterdagavond belde mijn dienstdoende collega met de mededeling dat ook iemand uit West-Brabant besmet was geraakt. De volgende ochtend vroeg, zat ik in een call met het RIVM, het Erasmus MC, het Beatrixziekenhuis en GGD Rotterdam-Rijnmond. Zij waren in verband met ziekenhuisopnamen ook betrokken bij deze case. In die periode dacht ik: we bereiden ons zo goed mogelijk volgens de richtlijnen van het RIVM voor. Als we allemaal ons werk goed doen is deze situatie vast snel voorbij.


Mark: Ik denk dat we ons dat optimisme allemaal wel kunnen herinneren. Maar die gezonde dosis hoop duurde niet lang! In Brabant liepen de IC’s razendsnel vol met coronapatiënten en ontstonden er grote problemen bij verpleeg- en verzorgingshuizen en thuiszorginstellingen.


Esther: We vertrouwden het in onze regio niet. Al snel bleek uit onderzoek van het Amphia Ziekenhuis en Microvida, het medisch laboratorium waar de GGD mee samenwerkt, dat veel Brabantse zorgmedewerkers op dat moment besmet waren. Niet alleen mensen met duidelijke verschijnselen zoals hoge koorts dus.


Mark: We beseften dat we niet konden blijven werken zoals we gewend waren en moesten accepteren dat we bijvoorbeeld geen uitgebreid bron- en contactonderzoek konden blijven doen. We gingen grootschaliger testen en daardoor werd ook het contact met onze inwoners minder persoonlijk. Een nieuwe fase brak aan en door de inspanningen van de Brabantse GGD’en, zorgorganisaties en medisch microbiologen landde dit besef uiteindelijk ook boven de rivieren.

Een wereldwijde pandemie:
een omvangrijke opdracht voor GGD West-Brabant

“De coronagolven zijn soms zo groot, dat ik vooraf nooit had geloofd dat deze opdracht zou slagen”